19/01/2012
Dieren zijn slecht aangepast aan het veranderende klimaat. Vlinders en vogels lopen achter bij de naar het noorden opschuivende klimaatzones. Hierdoor wordt hun leefgebied kleiner en dalen ze in aantallen. Dat blijkt uit een grote Europese studie in zeven landen, deze week gepubliceerd in Nature Climate Change.
Het klimaat dat we twintig jaar terug in Maastricht hadden, zit nu ten noorden van Zwolle. Goede gegevens van het effect hiervan ontbreken veelal. Voor vlinders en vogels zijn deze data er wel. De aantallen aan de zuidkant van hun biotopen dalen omdat het daar te warm wordt. Maar de dieren schuiven minder hard op naar het noorden dan dat ze in het zuiden uitsterven. De resultaten zijn de eerste bewijzen dat hele diergroepen een dergelijke klimaatschuld opbouwen in Europa.
Vlinders lopen 135 kilometer achter bij de opschuivende klimaatzones, en vogels zelfs meer dan 200 kilometer. Vogels passen zich minder snel aan dan vlinders, doordat ze langer leven en vaak naar dezelfde broedplek terugkeren.
Het probleem wordt versterkt doordat het kabinet een streep zet door de Ecologische Hoofd Structuur. Hierdoor zijn er minder verbindingszones tussen natuurgebieden en kunnen de dieren minder makkelijk opschuiven.
Veel vlinders die van warmte houden doen het goed. Zo rukt de koninginnenpage op, een grote gele vlinder. Toen de Vlinderstichting begon in 1990 was die alleen op de Sint-Pietersberg in Zuid-Limburg te zien. Nu komt die voor in heel zuidelijk Nederland en over vijftien jaar ook in Groningen, tot op Schiermonnikoog.
Lastiger is het voor soorten die van kou houden en waarvoor Nederland de zuidgrens is. Voor hen krimpt het leefgebied. Bijvoorbeeld voor het veenbesblauwtje. Van die soort zien we de aantallen al jarenlang dalen. Nu komt deze alleen nog maar voor op een paar plekjes in Drenthe en Groningen, terwijl het veenbesblauwtje vroeger ook in de Achterhoek en zelfs in Noord-Limburg werd gezien. Een kurkdroog jaar kan de genadeklap betekenen.
Ook vogelgemeenschappen veranderen. Soorten die Nederland vanuit het zuiden binnenkomen zijn de bijeneter en de kleine zilverreiger. Soorten die verder noordwaarts trekken en straks ons land verlaten zijn de spotvogel en de matkop. Het effect van alle veranderingen bij vogels en vlinders is dat hierdoor voedselrelaties in het gedrang kunnen komen. Zoals voor de bonte vliegenvanger. Hiervan komen de jongen in warme jaren pas uit nadat de piek van het rupsenaanbod al voorbij is. De uitkomst van dat voedselprobleem laat zich raden.
Bron: tctubantia
14/02/2012
Alpine planten lijken zich aan te passen aan een warmer klimaat. Een internationaal gezelschap onderzoekers legde in 2001 voor 867 alpine plantensoorten verdeeld over 60 bergtoppen in 17 berggebieden vast op welke hoogte ze het best gedijden. In 2008 werd opnieuw gekeken.
Over heel Europa bijeen genomen bleken de planten zich significant hoger op te houden dan voorheen. Aangezien hoger op bergen ook koeler betekent, mag dit aldus de onderzoekers, een aanwijzing zijn dat het over de meetperiode warmer is geworden.
Bron: Nature Climate Change
28/02/2012
Een geïsoleerde kudde met genetisch vrijwel identieke dieren. Inteelt, inteelt en nog eens inteelt. De Chillingham Wild Cattle Association laat in Northumberland zien dat een unieke verzameling van nog geen honderd runderen kan overleven zonder inmenging van de mens.
De Chillingham runderen moeten al honderden jaren zonder inmenging van de mens, zonder inkruisen, op een geïsoleerd terrein zichzelf redden. De koeien zijn, samen met de Soay schapen, het enige vee in Groot Brittannië dat de dans van de veeverbetering heeft weten te ontspringen.
Over de gevolgen van de klimaat verandering voor zoogdieren is nog maar heel weinig bekend. Daarom heeft een team van ecologen voor het onderzoek naar de effecten van opwarming van de aarde, op zoogdieren, gebruik gemaakt van gegevens van deze Chillingham koeien. Dankzij deze gegevens was een lange termijnstudie mogelijk, omdat informatie over dit ras al sinds 1860 wordt bijgehouden.
De Chillingham koeien verschillen van andere rassen omdat ze gedurende het hele jaar kalveren krijgen. Bij het bestuderen van gegevens van de afgelopen zestig jaar bleek dat een toenemend aantal kalveren in de winter wordt geboren. De onderzoekers vonden een relatie met warme lentes. Daardoor gaat de vegetatie eerder groeien, en krijgt het voedzamer planten tot zijn beschikking met als de gevolg dat de koeien eerder drachtig raken.
Meer kalveren in de winter is echter slecht nieuws voor de kudde. Kalveren die in de winter worden geboren doen het minder goed en de kans dat ze voor het eerste levensjaar sterven is groter dan bij klaveren die in andere seizoenen worden geboren. Volgens de onderzoekers is het opmerkelijk dat een diersoort die het hele jaar door zich kan voortplanten en daardoor juist beter zou moeten kunnen omgaan met veranderingen, toch in negatieve zin beïnvloed wordt door de opwarming van de aarde.
Bron: Levende Have
22/03/2012
Hoe bepalen vogels dat het tijd is om eieren te gaan leggen ? Niet, zoals altijd gedacht, door de gestaag stijgende voorjaarstemperatuur. Het lengen der dagen is weliswaar een signaal, maar leggen gaan ze als de temperatuur plotseling stijgt. Aldus Sonja Schaper van het Nederlands lnstituut voor Ecologie, die drie jaar lang 108 koolmezenparen onder verschillende regimes in geklimatiseerde volières bestudeerde (Amerlcan Naturalist).
Rupsen en andere insecten waarmee de koolmezen hun jongen voeren reageren daarentegen wel op een langzaam stijgende temperatuur, stabiel of niet. Doordat vogel en insect twee verschillende klokken hanteren, bestaat, voor de koolmezen, het gevaar dat de rupsenpiek al voorbij is tegen de tijd dat ze hun jongen ermee moeten voeden.
Bron: Intermediar
12/04/2012
Tien dagen eerder dan normaal zijn in het zuiden van Limburg de eerste eikenprocessierupsen uit het ei gekropen.
Het 'eikenprocessierupsseizoen', waarin de rups bestreden wordt is daarmee officieel begonnen. De overlast door de brandharen van de rups werd vanaf 15 mei verwacht. De eerste rupsen zijn 5 april waargenomen, meldt het Kenniscentrum Eikenprocessierups.
En dat is zo’n anderhalve week eerder dan in voorgaande jaren, een gevolg van de zeer warme maand maart. Het zal volgens het kenniscentrum nog wel enkele dagen duren voordat er ook in de noordelijke provincies eieren van de rups zullen uitkomen, aangezien daar de temperatuur lager was dan in het zuiden. Het verschijnen van de rupsen valt dit jaar overigens samen met de bladgroei van de zomereiken.
Daardoor is er in Nederland voldoende voedsel voor de jonge rupsen.
In totaal vervellen de rupsen vijf keer. Na de derde vervelling krijgen de rupsen de microscopisch kleine brandharen die gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken.
02/05/2012
Het effect dat de opwarming van de aarde op planten heeft, is groter dan gedacht. Dat schrijven onderzoekers vandaag in het wetenschappelijk blad Nature Eerdere experimenten waarin effecten van de klimaatverandering op planten werden onderzocht, geven geen realistische weergave van de werkelijkheid. Daarin stond dat elke graad Celsius meer voor 1,9 tot 3,3 dagen snellere groei van bloemen en bladeren zorgt, maar de versnelde groei blijkt hoger te liggen: planten zouden tussen de 2,5 en 5 dagen sneller groeien per graad Celsius die de temperatuur stijgt. De onderzoekers baseren zich op een vergelijking tussen experimenten met 1634 plantensoorten in zowel een kunstmatige opstelling als bij observaties van diezelfde planten in de natuur. Volgens de onderzoekers zijn resultaten van die eerdere onderzoeken niet betrouwbaar, omdat daar telkens sprake zou zijn geweest van verminderde licht-, wind- en watertoevoer.De opwarming van de aarde, en voornamelijk de snelheid ervan is al jaren onderwerp van discussie. Volgens een rapport van de Verenigde Naties uit 2007 werd het aardoppervlak wereldwijd tussen 1906 en 2005 0,74 graad Celcius warmer. Volgens critici stijgt de temperatuur op sommige plekken veel sneller dan het wereldwijde gemiddelde suggereert.
Bron: Volkskrant
27/10/2012
Miljoenen koolmezen op zoek naar voedsel
De koolmeesinvasie in Twente en de Achterhoek heeft zich afgelopen week uitgebreid naar heel Nederland, België en Noord-Frankrijk. Waarschijnlijk gaat het om miljoenen koolmezen uit Rusland, de Baltische Staten en Polen die daar nauwelijks voedsel kunnen vinden. Bomen en struiken dragen in Oost-Europa nauwelijks bessen, noten en zaden, door het droge voorjaar, en hierdoor zijn veel vogels op drift geraakt.
Behalve koolmezen worden ook andere soorten in grote aantallen in West-Europa verwacht. Onderzoekers in België en Noord-Frankrijk hebben grote aantallen koolmezen vastgesteld die hier waarschijnlijk overwinteren.
Bron: tcTubantia
27/11/2012
Het wilde zwijn gaat een moeilijke winter tegemoet. Er zijn te weinig eikels en beukennoten, doordat de bomen dit voorjaar niet of nauwelijks hebben gebloeid. Als het ook nog flink gaat sneeuwen, is de situatie helemaal penibel, aldus
www.natuurbericht.nl