8/01/2011
2010 jaar was een slecht jaar voor het koraalrif. In het tropische gebied is veel schade aangericht aan het koraalrif. De oorzaak is de hoge temperaturen van de tropische oceanen. De stress in het koraal neemt toe zodra het water boven de 30C komt. Ook verzuring en vervuiling kan hieraan bijdragen. Eén van de belangrijkste oorzaken voor de hoge temperaturen is de huidige La Niña fase. Alleen het jaar 1998 liet nog grotere schade zien.
14/01/2011
De Verenigde Staten zijn zo groot dat je altijd op strandvakantie of wintersport kunt – ongeacht de tijd van het jaar. Maar nu lijken de meeste Amerikanen beter de ski's dan de bikini te kunnen pakken.
Sneeuw bedekt nu ongeveer 70 procent van het land. In 49 van de vijftig staten is de afgelopen dagen sneeuw gevallen. En niet eilandstaat Hawaii is de dans ontsprongen (de Mauna Kea-vulkaan is daar wit), maar Florida is nog groen.
Amerikaanse meteorologen spreken van een 'zeer ongebruikelijke situatie'. Dat het noorden in de winter wordt bedekt met een flinke laag sneeuw, dat is normaal. Maar afgelopen week kregen ook staten als Alabama, Georgia en zelfs Texas te maken met winterweer. Neerslag uit de Golf van Mexico botste op een koudefront dat boven het zuiden hing. Het resultaat? IJzel, ijs en sneeuw. Vervelend voor de totaal onvoorbereide bewoners, die:
a) vaak geen handschoenen, mutsen en winterse kleding hebben,
b) geen standaard ijskrabber in de auto hebben liggen (nooit nodig)
c) een groot gebrek aan sneeuwschuivers en strooiwagens.
Over de boosdoener zijn de weerprofeten het nog niet eens. La Niña, die ook in Zuid-Amerika en Australië voor veel neerslag zorgt, zou de schuldige kunnen zijn, maar meteorologen stellen dat dit weerfenomeen er juist voor zorgt dat koude lucht in het noorden blijft.
Maar het winterweer uit het zuiden is opgerukt naar het noordoosten. New England, het noordoosten, was nog niet bekomen van de ene sneeuwstorm of een andere leverde alweer een halve meter sneeuw op.
25/01/2010
De Amerikaanse Midwest is gisteren ten prooi gevallen aan zeer lage temperaturen. Op sommige plaatsen daalde het kwik tot lager dan -40 graden Celsius, zo blijkt uit gegevens van de Amerikaanse meteorologische dienst National Weather Service.In Minnesota werd een kouderecord gebroken. In de stad International Falls, dichtbij de Canadese grens, werd een temperatuur van -43 graden opgemeten. Het gaat om het record sinds 1897 en het begin van de metingen. Vandaag waren de temperaturen alweer wat gestegen (-25°), maar voelde het kouder aan als gevolg van de wind. Het NWS stuurde een waarschuwing de wereld in voor de risico's op bevriezing en dodelijk gevaarlijke onderkoeling.Januari is doorgaans een bijzonder koude maand in de Midwest, waaronder acht staten vallen (Illinois, Indiana, Iowa, Michigan, Minnesota, Missouri, Ohio en Wisconsin), maar volgens meteorologen zijn de temperaturen van het voorbije weekend uitzonderlijk.
01/02/2011
Bij de aan de gang zijnde klimaatverandering zou men twee hoofdlijnen kunnen onderscheiden. Ten eerste is er sprake van een mondiale opwarming, en als gevolg daarvan een stijging van de zeespiegel. In de tweede plaats lijkt op regionaal niveau het aantal extremen toe te nemen. Zo is het in de laatste decennia in Europa, en ook in andere delen van de wereld, vaker tot extreme hitte en droogte gekomen en die perioden duurden dan bovendien ook nog eens veel langer. Het meest recente voorbeeld op dit gebied is de ongeëvenaarde hittegolf in delen van Rusland tijdens de afgelopen zomer. Daarnaast waren er ook vaker perioden waarin zeer overvloedige regenval grote problemen tot gevolg had. Op basis van de klimaatmodellen is te verwachten dat dergelijke extremen in de toekomst nog frequenter zullen voorkomen dan nu al het geval is.
Tot nu toe heeft men zich, wat Europa betreft, vooral gericht op de warme extremen in het zomerhalfjaar. Die veroorzaken immers grote problemen en veel slachtoffers. Maar ook koude winterextremen zouden in de toekomst wel eens vaker voor kunnen komen. Althans, dat is een van de opmerkelijke conclusies in een artikel van enkele gerenommeerde klimaatwetenschappers. Zij hebben onderzoek gedaan naar winterse extremen in Europa en het noorden van Azië.
Zij stellen in hun artikel dat, ondanks de gemiddelde opwarming, mondiaal en gemiddeld over het noordelijk halfrond, de gemiddelde wintertemperatuur zal dalen en de kans op een abnormaal koude winterperiode in grote delen van Europa en Azië zal toenemen. En, om de paradox compleet te maken: die winterkou zou dan worden getriggerd doordat er in de Barentszzee en de westelijke Karazee, door de opwarming, minder ijs aanwezig is.
Bron: VWK.
1/03/2011
De Nederlandse windmolens hebben het afgelopen jaar 13 procent minder elektriciteit geproduceerd als gevolg van de zeer geringe hoeveelheid wind: De groei van het windmolenpark was niet groot genoeg om het verminderde windaanbod te compenseren", aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gisteren. Het windaanbod voor windmolens wordt wel uitgedrukt met de Windex. Het cijfer 100 weerspiegelt de gemiddelde hoeveelheid wind over de periode 1996-2005.
Over heel 2010 kwam de Windex uit op 77. Nog nooit was de Windex zo laag, aldus het CBS, dat de Windex sinds 1988 meet.
De turbines gaan pas draaien bij een windsnelheid van rond de 4 m/s, windkracht 3 op de schaal van Beaufort. Bij ongeveer 12 m/s (windkracht 6) bereiken ze hun maximale capaciteit. Bij hogere windsnelheden gaan ze niet meer leveren en boven windkracht 9 moeten ze zelfs worden stilgezet.
Of het dagenlang met windkracht 6 waait of met windkracht 8 of 9, kun je uit de productiecijfers dus niet meer opmaken. En evenmin kun je daaruit het verschil aflezen tussen windkracht 2 of windstilte, of windkracht 10: in alle gevallen staat de turbine stil en produceert hij geen stroom. Toch is dat effect maar in heel geringe mate van invloed op de metingen, want dergelijk zeer hoge en zeer lage windsnelheden komen maar heel weinig voor.
Windturbines zijn redelijk goede windmeters, maar dan wel voor de windsnelheden in het midden van het spectrum.
Het KNMI meet op twee manieren: direct met windmeters die op een hoogte van ongeveer tien meter staan opgesteld overal in het land en aan de kust; en afgeleid uit de meting van drukverschillen boven en rond het land. Gegeven een hogedrukgebied in de buurt en een lagedrukgebied elders in de buurt kun je uitrekenen hoeveel wind er tussen die gebieden moet doorstromen. Ook op die manier kun je vaststellen hoeveel wind er in een bepaalde periode moet zijn geweest. Boven zee en vlak aan de kust is over de afgelopen jaren geen afname gezien, maar boven land wel. Met name zijn er daar minder periodes met zware wind voorgekomen.
Boven land is het minder hard gaan waaien doordat het oppervlak is verruwd: er zijn meer bomen en gebouwen bij gekomen, en die staan een goede luchtdoorstroming in de weg. Daardoor waait het in het oosten van het land, waar meer bos is, dan ook minder heftig dan elders in het land.
Toen de Windex werd vastgesteld, in 1996, was dat na een periode van enige tientallen jaren waarin het steeds meer was gaan waaien. Precies in dat jaar begon het windaanbod jaarlijks weer af te nemen. De index is dus toevalligerwijs ingesteld op een moment dat net windaanbod net op een hoogtepunt was. Van een duurzame trend kun je dus niet spreken. De variatie is een volkomen natuurlijke en het is heel goed denkbaar dat de wind de komende jaren weer gaat toenemen. De cijfers geven derhalve geen enkele aanleiding dan maar op te houden met het vergroten van de windenergiecapaciteit.
19/06/2011
Klimaatverandering kan de komende decennia grote gevolgen hebben voor de binnenvaart op de rivieren. In het meest extreme scenario stijgen de transportprijzen in de periode tot 2050 met 9 tot 23 procent door extreem lage en hoge waterstanden in de Rijn en neemt het aandeel van het transport over de rivieren met 8 procent af. In de meest droge periode in de zomer zelf met 28 procent.
Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerd onderzoek in het kader van het nationaal onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat, waaraan een consortium meewerkte van onder andere Rijkswaterstaat, Havenbedrijf Rotterdam, Arcadis, TU Delft en TNO.
Het spoorvervoer profiteert met 88 procent het meest van de afname van het vervoer met binnenvaartschepen, 12 procent verschuift naar het wegtransport.
Om de gevolgen van klimaatverandering voor de binnenvaart zoveel mogelijk te beperken, denken de onderzoekers onder meer aan intensiever onderhoud van de vaarwegen. Op lange termijn zouden extra stuwcomplexen in de Rijn en het aanpassen van de vaardiepte van schepen soelaas kunnen bieden.
Bron: VwkWeb
13/07/2011
Stedelingen krijgen in de toekomst in toenemende mate te maken met overmatige warmte. Die voorspelling sluit aan bij de verwachting dat Nederland door de klimaatverandering meer en langere periodes met tropische temperaturen zal kennen, De zogenoemde hittestress wordt versterkt door het steeds dichter bebouwen van onze steden. Uit onderzoek blijkt dat het temperatuurverschil tussen verstedelijkt en landelijk gebied 's zomers tijdens windstille nachten kan oplopen tot 8 graden Celsius,
In deze stedelijke hitte-eilanden gebieden blijft de warmte langer hangen, doordat er veel wegen liggen en gebouwen staan en er minder groen en water aanwezig zijn.
Oververhitte stadsbewoners kunnen gezondheidsproblemen krijgen. Stijgende temperaturen tijdens hittegolven leiden vooral onder ouderen tot meer sterfgevallen, zoals een paar jaar geleden in Frankrijk.
07/10/2011
De bewoners van de Polynesische archipel Tuvalu zijn de wanhoop nabij. Terwijl de Grote Oceaan zich uitstrekt zo ver het oog reikt, is er op de eilandengroep zelf nog maar voor vier dagen drinkwater beschikbaar. Legervliegtuigen met noodvoorraden zijn onderweg vanuit Australië, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten.
Maar volgens klimatologen is dat slechts een druppel op een gloeiende plaat. Zij wijten de waterschaarste op Tuvalu (circa 11.000 inwoners) aan de opwarming van de aarde en vrezen dat het nooit meer goed komt.
De crisis op Tuvalu komt niet helemaal onverwacht. Het heeft er al bijna een jaar nauwelijks geregend, waardoor de onderkant van de drinkwaterreservoirs langzaam maar zeker in zicht kwam. De paniek sloeg pas echt toe nadat kortgeleden bleek dat ook het grondwater niet meer drinkbaar is. Door het stijgen van de zeespiegel is de bodem namelijk ernstig verzilt.
De drinkwatercrisis breidt zich in rap tempo uit naar andere eilanden in de Grote Oceaan.
|