Afgelopen week was het niet nodig om de wekker te zetten. Een merel liet vanaf 6 uur in de ochtend zijn prachtig voorjaarsgezang horen vlak bij het slaapkamerraam. Wat de zon betreft leek het overdag soms wel voorjaar maar de temperatuur werkte niet mee.

In de vroege ochtend temperaturen rond de -3 graden (klomphoogte -6) en overdag maximum van rond de 7 graden. Afgelopen donderdag begon het in de middag even te sneeuwen en te hagelen. Tijdens deze bui daalde de temperatuur van 6.9 graden naar 4.6 graden om 1 uur later op 2.3 graden uit te komen. Ondanks de frisse start op zaterdag van -1.4 graden werd het een prachtige zonnige winterdag met de maximaal hoeveelheid zon met een minimale luchtvochtigheid van 48 %. De sapstromen van de berk zijn nu ook goed op gang gekomen. Eind december zijn deze gesnoeid en nu stroomt het vocht uit enkele snoeiplekken. De bosmieren maken er trouwens dankbaar gebruik van. De eerste bijen kwamen deze dag ook weer terug met stuifmeel. Gehaald op de massaal in bloei staande krokussen bij een temperatuur van 7.1 graden. Normaal beginnen ze pas te vliegen rond de 9 graden. Zondag bleef het droog en dit leverde het eerste droge weekend van dit jaar op. Zondag en maandag werd een kopie van de zaterdag.

Weersverwachting komende week
Gemiddeld ligt de temperatuur voor de afgelopen 10 jaar deze periode rond de5.5 graden en het ziet er naar uit dat wij dit de komende dagen niet gaan halen. We krijgen vanaf donderdag met een wisselend weertype te maken hoofdzakelijk bewolkt met elke dag wel een kans op een (winterse)bui. De temperatuur komt overdag niet boven de 7 graden uit en met minimum temperaturen rond het vriespunt is het aan de koele kant. Zoals de weerkaarten er nu voorstaan kan zondag nog wel eens nat verlopen bij een matige wind uit noordwestelijke richting. Het blijf wel even afwachten, de wisselvalligheid is namelijk groot. Geen februari en winter temperatuurrecord dit jaar. Volgende week een korte terugblik. Tot volgende week, Erwin.

• Donder in maart, vorst in april
• As 't sneit in meert, dreagt wie veurt zommer nog völ hoolt noarn heerd